Landweer Hengstdal
Sommige zijn nog kilometers lang, in het Hengstdal is nog een fragment te zien, maar de meeste landweren zijn verloren gegaan.
Een landweer was de voorloper van het prikkeldraad van de late middeleeuwen – de veertiende eeuw – een aarden wal van gemiddeld een meter hoog, met ondiepe greppels of sloten aan weerszijden. Op de wal groeide een dichte vegetatie van (doorn)struiken. De landweer diende ter bescherming van een landstreek of stadsgebied tegen vijandelijke invloeden van buiten. Behalve als bescherming in tijden van onrust kon een landweer dienen als veekering, tollinie of eigendomsgrens. De eerste Nederlandse landweer wordt in 1313 vermeld. Midden in de viertiende eeuw werden er vele aangelegd. Na het midden van de vijftiende eeuw neemt de bouw van landweren sterk af, wel bleven ze nog eeuwen daarna in functie.
Wie het Hengstdal inloopt vanaf de Berg en Dalseweg ziet aan de rechterkant, op de helft van het dal een walletje. Op sommige plekken is de wal vergraven en bijna onzichtbaar geworden.
Een van de oudste vermeldingen van een landweer bij Nijmegen dateert uit 1424
Deze heeft het over het hof van de Kop met 18 morgen land gelegen tussen de Graaf van Ubbergen aan de ene kant, Jan Nyeman(s goed) aan de andere kant en strekkende tot aan de landweer met het andere deel tot aan de Henxtberch.144 De Hengstberg is de heuvel waar nu de Sint Maartenskliniek op ligt. Ten zuiden er van ligt het Hengstdal. Hier zal de zogenaamde Graaf van Ubbergen gelegen hebben, een landweer die op een kaart uit 1570 Landt Werinck wordt genoemd en die de zuidelijke grens vormde van de heerlijkheden Ubbergen en Beek.